Camperreis Henk en Loek West Canada 2019

Weer thuis!

Vrijdag, 4 oktober
Port Moody-Delta (CanaDream, Vancouver) 39 km
Vancouver-Amsterdam, 7.700 km

Vandaag moeten we voor 10.00 uur de camper afleveren bij CanaDream, de verhuurder. Dat is een rit van 39 kilometer, die ruim een uur duurt door het drukke spitsverkeer rond de stad Vancouver. En dat is nog best intensief. Gelukkig hebben we de TomTom die ook hier goed de weg weet. En uiteindelijk weten we de camper zo rond 09.30 ongeschonden op het terrein van CanaDream neer te zetten. We waren overigens niet de enigen; het was een soort spitsuur van in te leveren campers. We doorstaan de controle van de staat van de camper en krijgen onze borg van 750 dollars teruggestort. We worden vervolgens met een bus van CanaDream naar de luchthaven van Vancouver gebracht waar we snel de koffers kwijt kunnen bij de incheckbalie van AirTransat, waarna het wachten op onze terugvlucht kan beginnen. Er zijn geen bijzonderheden; onze vlucht vertrekt volgens schema rond 16.30 uur. Het wordt dus een nachtvlucht die we goed moeten zien uit te zitten. Is overigens een hele opgave, vooral omdat een stel met een aanhoudend luidruchtig jengelend kind tot onze naaste buren gerekend kon worden.
Boven Groenland en IJsland kregen we last van stevige turbulentie waardoor iedereen op zijn plaats moest blijven met de riemen om. Gevolg hiervan was ook dat men niet in staat was om bij ons “ontbijt” (plakje cake) koffie of thee te schenken.
Maar al met al landden we, wederom keurig op tijd, zaterdag rond 11.00 uur op Schiphol. Ook nu weer moesten we door de paspoortcontrole met een zelfscanner die tevens een foto maakte. Bij de bagageband lieten de koffers even op zich wachten, maar gelukkig kwamen ze ongeschonden uit de krochten van de kelders van Schiphol tevoorschijn. Onze taxichauffeur belde dat hij al klaar stond, zodat we daarna meteen door konden naar Delft. Rond 13.00 staken we de sleutel in ons huisslot. Thuis!

Dit was dus het laatste verhaal van onze reis. Wij willen iedereen die met ons meegereisd heeft bedanken, ook voor de reacties die we mochten ontvangen. Het is gewoon erg leuk om die te lezen op allerlei verschillende plekken.

Voor de liefhebbers vermeld ik hieronder nog wat algemene feitjes en ervaringen:

De camper
Wij hadden een camper model Super Camper Van SVC van CanaDream. Deze camper is 8,25 meter lang, 2,5 meter breed en 3,25 meter hoog. Hij beschikt over 2 slide-outs, waardoor je de eethoek ruimer maakt en er ruimte is voor een fatsoenlijk 2-persoonsbed. Er zit een brandstoftank van 208 liter in en een zoetwatertank van 167 liter. Er zit ook een propaantank van 37 liter in, die zorgt voor de verwarming, het gasfornuis, de kookplaat en de koelkast/vriezer als die niet op elektra zijn aangesloten. Verder zijn er allerlei voorzieningen, zoals een magnetron, koelkast, vriezer, gasfornuis met kookplaat, een kachel, diverse usb-poorten (handig om telefoons en tablets op te laden), een douche en toilet. Als je op een camping met voorzieningen staat sluit je de camper op elektra en water aan, eventueel ook de afvoer voor het vuile water (hoeft niet iedere dag). De koelkast en vriezer werken op elektra, maar schakelen automatisch om naar gas als de elektra aansluiting wordt onderbroken.
Wij vonden dit model erg geschikt voor 2 personen, met 4 lijkt het me wat benauwd worden. Voordeel van dit model vonden wij ook het ontbreken van de slaapbak boven de cabine, die je bij veel modellen ziet, die volgens mij belemmerend op het uitzicht werkt.

Het rijden met de camper
Vreemd genoeg mag je in Canada deze camper met een leeggewicht van 6.600 kilo met je gewone rijbewijs B besturen. In Nederland heb je hier een vrachtwagenrijbewijs C1 voor nodig. Maar als die eis ook in Amerika en Canada gehanteerd zou worden zou de complete camperverhuur industrie in Amerika en Canada instorten. Het is overigens zeker wennen om met zo’n groot gevaarte de weg op te gaan. Wat helpt is dat de wegen doorgaans vrij rustig zijn en op een gegeven moment ga je je aardig thuis voelen. Achteruit manoeuvreren moet je altijd met hulp van iemand anders doen; dat wordt overigens ook door de verhuurder ten zeerste aanbevolen. Je rijdt volledig op je spiegels en dat is ook wennen. Erg verraderlijk is de onderste spiegel; auto’s die nog ver weg lijken zijn veel dichterbij dan je denkt. Zelf heb ik me daar één keer in vergist: bij het invoegen op de hoofdweg dacht ik dat het wel kon, maar bleek dat het eigenlijk niet kon. Liep op dat moment goed af, maar toch…
De camper lust ook een aardige slok. Wij hadden de gewoonte om de tank steeds, als deze half leeg was (na zo’n 250 kilometer), te vullen zodat we nooit in de problemen kwamen op stukken waar geen of weinig voorzieningen waren. Bij een gemiddelde prijs van 1,30 dollar (ongeveer € 0,90) per liter is dat een stuk goedkoper dan in Nederland, maar toch…

Voor- en nadelen camper
Voordeel van een camper is dat je deze bij het begin van de reis helemaal met je eigen spullen inricht en dat je dus niet uit je koffer hoeft te leven, wat bij een hotelreis vaak wel het geval is. Ander voordeel is dat je overal waar je maar wilt kunt pauzeren voor een kop koffie, lunch of wat dan ook. En je kunt overnachten op de mooiste plekken.
Maar nadelen zijn er ook. Zo ben je veel minder wendbaar. Zeker in het hoogseizoen loop je grote kans dat je bij uitzichtpunten niet met de camper kunt stoppen, terwijl dat met een normale personenauto wel zou lukken. We hebben het zelf ervaren bij Lake Louise: alle parkeerterreinen waren vol (zelfs voor personenauto’s). Nu was er wel een overflow parking 5 kilometer buiten Lake Louise met busvervoer terug, maar toch. En dan waren wij nog in het naseizoen. Ook moet je oppassen als je een kleine, smalle wegen op wilt. Waar je dat met een personenauto wel zou doen moet je je met een camper goed afvragen of het wel verstandig is. Binnensteden zijn voor campers ook geen verstandige keus; sommige verhuurders verbieden het zelfs. En het is de vraag of je het wel moet willen...

De campings
Campings, al dan niet met voorzieningen, zijn ruimschoots aanwezig. Wij hadden vooraf diverse campings gereserveerd en dat bleek, zeker rond Jasper en Banff, verstandig. Ook geeft het rust als je weet dat je na een dag op pad niet op zoek hoeft naar een overnachtingsplaats. Sommige campings konden we of hoefden we niet te reserveren. Er zijn campings die werken volgens het “first come, first serve” principe. Je zoekt dan een plekje op en gaat je zelf daarna zelf registreren door je gegevens op een envelop te noteren en deze, gevuld met het verschuldigde bedrag, in de daarvoor bestemde bus te doen. Dit soort campings bevindt zich overigens vaak op de mooiste plekken, midden in een park. Het is in het naseizoen wel aan te bevelen om te kijken of de campings, ook commerciële, die je wilt bezoeken wel open zijn. Sommige sluiten namelijk na begin september. Vooral campings waar je je zelf moet registreren hebben geen voorzieningen. Dat is voor een camper zoals de onze geen probleem omdat deze het met de accu’s en het gas zeker 2 dagen volhoudt.

Boodschappen
Zeker rond de grote plaatsen zijn er supermarkten waar je inkopen kunt doen. Vooral Walmart is erg groot en beschikt over een enorm assortiment. Ze verkopen er niet alleen levensmiddelen, maar ook allerlei andere zaken als kleding, ijzerwaren enz. Wat ons opviel is dat alle verpakkingen zo groot zijn. Men is er kennelijk niet gewend aan kleinere huishoudens. En als je liefhebber bent van kaas kom je hier echt bedrogen uit. Je ziet wel diverse verpakkingen liggen, maar wat je ook kiest: het smaakt nergens naar. Ook al staat er “Gouda” op de verpakking. Geldt ook voor brood. Het is allemaal lang houdbaar (zou je ook als een voordeel kunnen zien…), maar om nou te zeggen het is lekker….
Voor wijn en bier moet je in een liquorstore zijn. Die tref je overigens meestal ook in de buurt van zo’n supermarkt aan. Sterker nog: we hebben meermalen bij het doorkruisen van het binnenland, waar verder niks te krijgen was, wel bordjes “liquorstore” zien opduiken….

Farms
We zijn twee keer door locals gewezen op een farm. Dit zijn boerderijbedrijven die allerlei streek producten verkopen, zoals groenten en fruit, lekkere taarten, kaas, jam, ahornsiroop enz. Je kunt er vaak ook koffie (al dan niet met iets erbij) drinken. Bij de farm zie je ook grote hoeveelheden groenten en fruit uitgestald waar je zelf een keuze uit kunt maken. En vaak zie je in de omgeving het oogsten, zoals het binnenhalen van pompoenen bij Cache Creek. We hebben onderweg meer van dit soort boerderijen gezien. Een leuke aanvulling op Walmart…

Chinezen
Het is ons opgevallen dat, zeker bij de populaire bestemmingen, er zo ontzettend veel Aziaten zijn. Ze worden aangevoerd in (vaak) gele bussen, voorzien van Chinese tekens. Ze bezetten dan direct de leukste fotoplekjes om zichzelf te (laten) vereeuwigen. Dit was ons bij eerdere reizen naar de VS nooit zo opgevallen; het is kennelijk iets van de laatste tijd.

TomTom
Wij hadden onze eigen TomTom van thuis meegenomen. Daar heb ik een recente kaart van Noord-Amerika op gezet. Vervolgens heb ik van alle plekken die volgens ons interessant waren (musea, campings, supermarkten enz.) een bestand met waypoints gemaakt (in mijn geval in Garmin MapSource of BaseCamp). Die heb ik vervolgens geconverteerd naar het zgn. ov2 formaat van TomTom en dat bestand heb ik vervolgens naar de TomTom geëxporteerd. We hebben er heel veel baat bij gehad. En zeker als je rond een grote stad, zoals Vancouver, je weg moet vinden is de TomTom met Nederlandse begeleiding een hele fijne hulp.

Overnachting in een stil donker bos en daarna op naar de laatste camping

Woensdag, 2 oktober
Cache Creek-Whistler, 241 km

Na het ontbijt gaan we via highway 1 op weg en al snel komen we de farm/bakery tegen waar onze campingbeheerder het gisteravond over had gehad: Horsting’s Farm. Het is een leuke stop waar we koffie drinken, lekkere fudges en een blok kaas (Gouda) kopen. Er wordt veel fruit en groenten, vooral pompoenen, verkocht. Leuk om te zien.
Bij Lillooet belanden we bij de wijnmakerij, de tweede tip van onze campingbeheerder: Fort Berens Estate Winery. We kopen daar een mooie fles Riesling en kijken even naar het verwerken van de druiven. Ze waren net bezig met het pletten van de druiven. En met de aankoop van de fudges en de wijn is het rantsoenbeleid van Loek voor een beetje om zeep geholpen: we gaan onze vakantie uitluiden met de fles Riesling…
Verderop slaan we af op highway 99, richting Whistler. Het is een mooie weg, die aanvankelijk door Marble Canyon voert. Alleen erg jammer dat je vrijwel nergens kunt stoppen om even goed te kijken en foto’s te maken. De weg wordt op een gegeven moment steeds bochtiger en steiler, wat veel concentratie vereist. We begonnen vanmorgen op 500 meter en bevonden ons op een gegeven moment op een hoogte van ruim 1200 meter. En vervolgens zakken we in een heel snel tempo naar 200 meter, waarna de weg weer wat vlakker wordt. Het was al met al een nogal enerverende rit.
We komen op een gegeven moment door Whistler, maar omdat het inmiddels wat later werd en we graag op onze bestemming wilden zijn, hadden we geen behoefte om hier echt rond te kijken. Overigens leek het ons hier ook niet zo spannend. We komen uiteindelijk terecht op de camping Cal Cheak even voorbij Whistler. Deze camping ligt midden in de natuur en heeft verder geen voorzieningen; we zijn dus op ons zelf aangewezen. Hier moet je eerst een plekje zoeken en vervolgens het verschuldigde kampgeld in een envelopje in de daarvoor bestemde bus doen. We hebben een mooi plekje tussen hoge dennenbomen.
De temperatuur valt mee en toen we aankwamen was het droog en bewolkt. Later begon het te regenen. Het wordt verder een rustige nacht met op de achtergrond het ruisen van de rivier achter de camping.

Donderdag, 3 oktober
Whistler-Port Moody, 166 km

Na een regenachtige nacht gaan we op weg naar onze laatste camping. We maken eerst nog een stop bij de Brandywine Falls, vlakbij Whistler. Deze watervallen zijn zo’n 70 meter hoog en bijzonder fraai om te zien. Vervolgens naar Squamish voor een bezoek aan het West Coast Railway Heritage Park, het grootste spoorwegmuseum van West Canada. Maar helaas, helaas: vandaag is het gesloten omdat er een filmploeg bezig is. We kunnen even kort kijken in de grote hal met locomotieven en spoorrijtuigen. Daarnaast kunnen we objecten buiten bekijken op afstand, maar daarmee is het ook gedaan. Jammer.
We rijden verder via highway 99, de Sea to Sky highway richting Vancouver. Onderweg zijn er wat viewpoints, maar omdat het dampig is zijn de uitzichten beperkt. Vergeleken bij de volstrekte rust op onze kampeerplaats afgelopen nacht is de hectische drukte rond Vancouver een enorm contrast. Na een intensieve rit door het drukke verkeer komen we uiteindelijk rond 2 uur aan bij onze in Port Moody gereserveerde camping, Anmore Camp and RV Park. Onderweg ook voor de laatste keer getankt omdat we de camper met een volle tank moeten inleveren. We bereiden ons voor op ons vertrek door de spullen bij elkaar te zoeken, in te checken bij Air Transat en daarna aan de borrel. En overigens regent het weer eens voor de verandering…
Morgenochtend moeten we voor 10.00 uur de camper inleveren en worden we vervolgens naar de luchthaven van Vancouver gebracht. Als het goed is vertrekken we om 16.25 uur en komen we op zaterdag, 5 oktober, rond 11.00 uur aan op Schiphol. Er komt nog een kort verslagje over de terugreis, maar daarmee is aan deze bijzondere en mooie reis een eind gekomen.

Wells Gray Provincial Park en op rantsoen

Dinsdag, 1 oktober
Wells Gray Provincial Park
Clearwater-Cache Creek, 215 km

Doordat we nu wat lager (circa 400 meter) zitten zijn de nachten minder koud en dat is prettig. Voordat we aan onze etappe van vandaag gaan beginnen willen we eerst het Wells Gray Provincial Park bekijken. In het visitor centre in Clearwater vragen we naar de mogelijkheden en we krijgen een plattegrond mee met daarop enkele hoogtepunten die we zeker moeten zien. Het is een prachtig park dat je via één weg met de camper in kunt. Er zijn enkele schitterende watervallen die we stuk voor stuk aandoen. Eerst zijn er de Spahats Falls met een hoogte van 73 meter. Vervolgens de Dawson Falls, waar het water over een breedte van 107 meter en een hoogte van 18 meter met daverend geweld naar beneden raast. Men noemt ze hier de “Little Niagara Falls”. Tenslotte ronden we deze uitstap af met een bezoek aan de Helmcken Falls, die met een hoogte van 141 meter de hoogste watervallen van Canada zijn. (Ter vergelijking: de Niagara Falls zijn 53 meter hoog en 1204 meter breed.) Het oponthoud bij deze watervallen gebruiken we tevens voor het houden van een koffiepauze in de camper.
Hierna rijden we terug naar Clearwater om te tanken en bij het visitor centre in de camper de lunch te gebruiken. Al met al was deze besteding van de ochtend zeer de moeite waard. Ook het weer houdt zich goed, al is er minder zon dan gisteren. Maar we zijn allang blij dat het droog en minder koud is.
Hierna is het tijd om onze etappe voor vandaag te gaan rijden. We gaan bij Clearwater highway 5, richting Kamloops op. Deze weg volgen we tot voorbij Kamloops. Kamloops (circa 90.000 inwoners) is de belangrijkste industriestad in de regio en een aanzienlijk verkeersknooppunt langs de Trans Canada Highway. Het is er ook, vergeleken bij de rest van de weg, tamelijk druk. We gaan hier highway 1, richting Cache Creek op. Onderweg houden we een korte pauze bij een mooi uitzicht punt over Kamloops Lake. Bij Cache Creek aangekomen bleek de camping door onze TomTom niet duidelijk te vinden, maar door aanwijzingen van een aardige mevrouw komen we uiteindelijk op Brookside Campsite. We hadden niet gereserveerd en dat bleek
ook niet nodig. We mochten zelf een plek uitzoeken, voorzien van water, elektra, afvoer en Wi-Fi.
Overigens nadert na vandaag ook het einde van onze reis en we moeten zo zoetjes aan onze voorraden op gaan maken. Loek heeft al geteld hoeveel plakjes kaas en sneetjes brood we nog mogen hebben om aan het eind van de week precies uit te komen. De campingbeheerder vertelde dat we morgen langs een boerderij/bakery komen waar ze lekkere taartjes en sandwiches hebben. En verderop nog een wijngaard waar je mooie wijn kan kopen. Ik zie hier mogelijkheden om onder het rantsoenregime van Loek uit te komen…


Blue River Safari, geen beren, zon en buiten gezeten

Maandag, 30 september
Mount Robson Provincial Park-Clearwater, 222 km

Het was vannacht wederom koud: ’s-ochtends bij het afkoppelen van de wateraansluiting bleek de waterslang bevroren. De slang maar voorzichtig losgehaald zonder deze te veel te buigen en in de daarvoor bestemde bergruimte gedaan.
We gaan op weg naar Blue River, een rit van zo’n 100 kilometer. Het is een heel bijzondere ervaring om weg te rijden en pas voor het eerst op je eindbestemming te stoppen. Moet je je dat eens voorstellen als je van Delft naar Tilburg rijdt…
In Blue River gaan we de zogenaamde Blue River Safari maken (zie ook de link naar deze excursie op onze weblog). Het is een prachtige dag en volgens de mensen van de organisatie is het een van de eerste mooie dagen van het seizoen; het heeft namelijk in de afgelopen zomer ontzettend veel geregend. Verder zei men dat de temperatuur die we nu meemaken normaal gesproken bij eind oktober hoort. Bij het kopen van de tickets werd ons gezegd dat het seizoen op zijn eind liep en dat de kans dat we beren zouden zien niet groot was; voor de beren begon de winterslaap zo’n beetje. Daarom werd de excursie met korting aanboden. Wij wilden de gok in ieder geval wagen en qua ervaring zou het sowieso een leuke ervaring kunnen worden.
We gaan eerst met een catamaran met fluistermotor naar Mud Lake. Dat was een prachtige tocht, al was het wel erg koud. We kregen echter zwemvesten en dekens mee, waardoor het toch uit te houden was.
Het tweede deel van de excursie ging met een heel snelle boot de North Thompson River af. We kregen van de gids te horen dat we vooral goed moesten kijken of er iets (lees: beer of ander wild) te zien was, waarop je je hand moest opsteken zodat de boot kon stoppen. Wij hebben echter niks gezien; volgens mij waren de beren ook van mening dat het seizoen op zijn eind liep.
Door en door verkleumd kwamen we weer op ons vertrekpunt uit, waar we opwarmden met koffie en een lunch.
Hierna verder naar Clearwater, ook weer een rit van ruim 100 kilometer. Na de lunch valt het overigens niet mee om doorlopend alert te blijven. Want ook al zijn de wegen doorgaans erg rustig, de kans dat je door inhalende voertuigen wordt verrast blijft aanwezig.
Zo rond vier uur komen we aan op Dutch Lake RV Resort in Clearwater. Er staan hier redelijk wat Nederlanders (zou dat door de naam van het Resort komen?) en Chinezen hebben we vandaag niet gezien. De temperatuur is hier, na wat we eerder hebben beleefd, zeer aangenaam. We kunnen zowaar een tijdje aan onze picknicktafel buiten zitten! Het is een mooie camping gelegen aan een meer (Dutch Lake), compleet met restaurant, blokhutten en zitjes aan het water. En we hebben ook hier Wi-Fi in de camper.
Al met al kijken we met voldoening op deze dag terug.

Met zonneschijn op weg naar Mount Robson Provincial Park

Zondag, 29 september
Jasper-Mount Robson Provincial Park, 116 km

De nacht was weer een stukje kouder, maar dankzij de verwarming was het toch uit te houden. Voor we de camping verlaten vullen we de verswater tank en legen we de afvaltanks. Vervolgens gaan we naar Jasper om te tanken (ik vind het prettig om de tank niet te veel leeg te rijden), propaan te tanken (om de verarming op gang te houden) en nog wat boodschappen voor de rest van de week te doen. Loek gaat op het station nog wat treinen bekijken terwijl ik in de stationshal gebruik maak van de prima Wi-Fi verbinding om de weblog bij te werken. We drinken koffie bij de bakery waar ze prima verse croissants en gebakjes hebben. En ook de koffie was er heel behoorlijk; het kan dus wel…
Hierna verlaten we Jasper en gaan op weg naar Mount Robson Provincial Park. Ook dit weer een erg mooie rit met veel panorama’s en mooi gekleurde bomen. Mount Robson is met een hoogte van 3954 meter de hoogste berg in de Rocky Mountains.
Intussen is de zon gaan schijnen en ten opzichte van Jasper is de temperatuur een stuk aangenamer. Komt ook doordat we inmiddels een stuk lager zitten. In het visitor centre vragen we naar de wandelmogelijkheden in de omgeving en we kregen als suggestie om een wandeling langs de Fraser River, naar de Overlander Falls, te maken. Een niet al te moeilijke wandeling die uiteindelijk uitkomt bij een mooie waterval. Bij het begin van het pad hing een waarschuwing dat je moest oppassen om beren, die bessen aten, te verrassen. Overigens word je overal voor beren gewaarschuwd, maar wij hebben er nog geen een gezien…
Tenslotte met de camper door naar onze overnachtigsplaats even buiten het park. Deze hadden we niet gereserveerd, maar er was volop plaats. Tete Jaune Lodge & RV Park is een mooie camping gelegen aan de Fraser River. Er is zelfs een restaurant, maar omdat we net boodschappen voor de rest van onze reis hebben ingeslagen maken we daar geen gebruik van. Er is zelfs Wi-Fi op onze plek, zodat we de weblog vanuit de camper kunnen bijwerken. Het is hier een uur vroeger dan in Alberta zodat onze dag een uur langer is en het tijdverschil met Nederland 9 uur bedraagt. We genieten van de mooie ondergaande zon en wijden ons weer aan de gebruikelijke camperrituelen, met het vooruitzicht van opnieuw een koude nacht.


Met een gletsjerbus Columbia Icefield op

Zaterdag, 28 september
Columbia Icefield, 100 km

Zoals verwacht was het een koude nacht, maar dankzij de verwarming was het in de camper redelijk uit te houden. De lucht is opgeklaard en dat betekent dat we vandaag kunnen proberen onze excursie op het Columbia Icefield alsnog te doen. We gaan dus opnieuw de Icefields Parkway op. Een rit van 100 kilometer brengt ons langs diverse uitzichtpunten en prachtige panorama’s opnieuw bij het Columbia Icefield Discovery Centre. En jawel, nu gaan alle excursies gewoon door. En dankzij de verse sneeuw is het allemaal nog mooier. We worden eerst met een bus gebracht naar de voet van de Athabasca gletsjer, waar we plaatsnemen in een speciale gletsjer bus. Die heeft enorme terreinbanden die meer dan 1,5 meter hoog zijn. Hij rijdt op 6 wielen die allemaal kunnen worden aangedreven. Onderweg wordt door de chauffeuse van alles verteld. En ja, ons gezelschap bestaat voor het grootste deel uit Chinezen…
Boven, bij de gletsjer aangekomen, kijken we even rond. Bij een temperatuur van -16? is het te koud om er lang te verblijven. Maar het is lang genoeg om wat foto’s en selfies (ook door ons…) te maken. Er staan vlaggen in de sneeuw van de nationaliteiten die deze attractie bezoeken, waaronder die van Nederland.
De gletsjer bus brengt ons weer terug naar waar we opgestapt waren en daarvandaan worden we met een bus naar de Glacier Skywalk gebracht. Dit is een glazen voetpad, 280 meter boven de Sunwapta Valley. Het uitzicht is spectaculair. Tenslotte brengt de bus ons terug naar het experience centre, waar we een lunch gebruiken, de weblog bijwerken en nog even rondkijken in het bezoekerscentrum.
En daarna weer 100 kilometer terug naar de camping, waar we tegen 5 uur aankomen met een voldaan gevoel. Op de camping waren vlakbij een aantal elanden aan het grazen, een dankbare prooi voor fotografen.
Hierna trekken we ons terug in de camper; het is namelijk nog steeds ontzettend koud. Maar met een drankje en een hapje lukt het allemaal wel. Als maaltijd ontdooit Loek vandaag 2 “Hungry Man” maaltijden. Die inspecteur van Michelin is nog steeds niet langs geweest…
De verwarming staat weer aan en we gaan weer een koude nacht tegemoet…

Weer een dag op de Icefields Parkway

Vrijdag, 27 september
Icefields Parkway, deel 2

Het was een erg koude nacht. En omdat we niet beschikten over een elektra aansluiting konden we de verwarming maar spaarzaam gebruiken. Bovendien werden we midden in de nacht opgeschrikt door wat vreemde geluiden; bleek dat een muis zich toegang had verschaft en aan het rommelen was met onze afvalzak. Heb het gat dichtgestopt waardoor het beestje binnengekomen was (had ‘m daardoor zien vluchten), maar we hoorden daarna nog enige tijd wat geluiden die op zijn aanwezigheid duidden. Geen prettig gevoel.
Na het ontbijt (ik maak iedere ochtend bacon met gebakken ei) gaan we op pad naar het Columbia Icefield Discovery Centre. Daar hebben we een excursie geboekt over de Columbia gletsjer (zie de link naar deze excursie op onze weblog). Toen we wegreden begon het lichtjes te sneeuwen, maar allengs werd dat steeds heftiger en konden we de weg net aan zien. En dat was bepaald geen pretje; we waren dan ook blij dat we uiteindelijk het Discovery Centre bereikt hadden. Ofschoon het nog steeds stevig sneeuwde werd gezegd dat onze excursie wel door zou gaan, hoewel ik me er niet zo veel bij kon voorstellen. Uiteindelijk bleek dan ook dat de excursie met de gletsjerbussen niet doorging. Wel konden we mee naar de Glacier Skywalk, waarvandaan je normaal gesproken en grandioos uitzicht zou moeten hebben. Maar nu was er totaal niets van te zien, zodat we daar al snel klaar waren. En bovendien was het ontzettend koud. Overigens laten de vele Chinezen zich hier niet door afschrikken; ook hier weer volop selfies...
Teruggekomen bij het Icefield Centre vroeg ik of we onze voor vandaag geboekte tickets konden omruilen voor een dag later; we blijven namelijk 2 nachten in Jasper. Dat ging zonder problemen zodat we morgen een nieuwe poging kunnen wagen. Volgens eerdere weersverwachtingen zou het dan zonnig zijn. We zullen zien…
Door het hele complex is er gratis Wi-Fi, zodat ik mooi onze weblog kon bijwerken. We gebruiken hier een lunch en bekijken in het theater een mooie film over de omgeving. Hierna rijden we door richting Jasper. Het sneeuwde nog steeds, maar er was inmiddels gestrooid waardoor de weg beter begaanbaar was geworden. We rijden eerst nog even naar Jasper om te tanken en om Loek in de gelegenheid te stellen naar het station te gaan en om daar een vertrekkende goederentrein en diverse locomotieven te bekijken. Er is daar ook een “Heritage railwaystation” en het aardige daarvan is dat het gewoon nog in gebruik is maar dat het interieur sterk doet denken aan ver vervlogen tijden. Er hingen ook posters van Canadian National Railways met als toelichting dat die in het verleden op diverse plaatsen in Europa hingen met de bedoeling om emigratie naar Canada te stimuleren. Overigens vonden we Jasper zelf niet zo bijzonder; het was er niet zo druk als in Banff, maar sfeer was er verder ook niet.
We rijden tenslotte naar onze (gereserveerde) camping Wapiti Campground vlakbij Jasper. We hebben daar een elektra aansluiting; voor het legen van de vuilwatertanks en het vullen van de vers watertank moeten we gebruik maken van een centraal punt. Maar dat we elektra hebben is nu wel heel fijn omdat we onze verwarming weer beter kunnen benutten. Het belooft namelijk wederom koud te worden vannacht, volgens eerdere berichten -4?. Brr….

Na een barre tocht door de sneeuw zijn we weer even online

Dinsdag, 24 september
Een dagje Banff

Vandaag blijven we in Banff. Eerst gaan we naar een nabijgelegen wasserette om de hoogstnoodzakelijke was te doen. Want om nou voor 3 weken schoon goed mee te nemen is wel erg veel. We konden het nuttige met het aangename verenigen omdat de wasserette beschikte over een Wi-Fi verbinding zodat ik eindelijk onze weblog kon bijwerken. Vervolgens in het resort bij de wasserette koffie met taartjes genuttigd, wat aanvullende boodschappen gedaan en daarna de camper weer terug naar de camping gereden.
Loek had aan de hand van folder- en kaartmateriaal uit het visitor centre een wandeling vanaf de camping bedacht. Via een wandelpad naar beneden naar de Bow River om uiteindelijk uit te komen bij de Bow Falls. Een mooi uitzicht punt, wat ook ontdekt was door een groep Chinezen die, na het maken van de diverse selfies en groepsfoto’s, weer de bus indoken op weg naar de volgende attractie. Het in 1888 geopende Banff Springs Hotel in laat victoriaanse stijl is beeldbepalend.
We komen uiteindelijk uit bij het station van Banff (toevallig??) waar Loek een tijdje rondkijkt en ik me in de stationshal bezighoud met internet en email. Op een gegeven moment was ik daar klaar mee en ging op zoek naar Loek. Die zat rustig op een bankje te wachten op een trein die wellicht ooit zou komen. Als het aan hem had gelegen was hij daar nog uren blijven zitten…
Vervolgens naar Banff downtown, een koffie gedronken en met de bus terug naar de camping voor onze gebruikelijke middag rituelen: biertje, wijntje met hapjes en eten. Al met al een leuke besteding van de middag, waar ook het weer in positieve zin aan heeft meegewerkt. Loek verzorgt de diners, bestaande uit een lapje van het een of het ander, wat sla en als garnituur een (kant en klare) aardappelsalade. We wachten de komst van de inspecteur van Michelin vol vertrouwen af…

Woensdag, 25 september
Banff-Yoho National Park, 119 km

Na een nogal koude nacht verlaten we Banff via Highway 1 (de Trans-Canada Highway) om verderop Highway 1A, de Bow Valley Parkway te nemen. Deze weg loopt min of meer parallel aan Highway 1, maar is veel rustiger. Onze bedoeling was om eerst bij Johnston Canyon te kijken, maar daar bleek alle parkeerruimte voor campers bezet. Dus onverrichter zake verder naar Lake Louise om daar ons geluk te beproeven. Onderweg gestopt voor een kop koffie, althans dat was de bedoeling. Het fenomeen “een kopje koffie” kennen ze hier helemaal niet. Dat begint met het formaat: small, medium of large. We kiezen steevast voor small en dan krijg je nog een hoeveelheid waar je van achterover slaat. En kopjes doen ze vaak ook niet aan, je krijgt het in een kartonnen beker. En om nou te zeggen: lekker, nou nee. Verderop nog gestopt bij een uitzicht punt (Morant’s Curve) waar je een heel mooi uitzicht op de spoorlijn hebt. Alleen de trein ontbrak en die rijden hier zo onregelmatig dat wachten op een trein niet zo’n goede optie is.
Aangekomen bij Lake Louise werden we welkom geheten door verkeersregelaars en grote matrixborden met de mededeling dat alle parkeerterreinen vol waren. We dachten toen ons geluk te beproeven bij Lake Moraine, maar de toegangsweg daar naartoe was afgesloten omdat ook daar alles vol was. We hebben toen de bordjes “shuttle” gevolgd en kwamen terecht op een groot parkeerterrein 5 kilometer buiten Lake Louise. Daarvandaan werden we met zo’n gele schoolbus terug naar Lake Louise gebracht. Het moge duidelijk zijn dat we daar bepaald niet alleen waren; ook de Chinezen waren hier weer ruimschoots aanwezig. Als het nu, in het naseizoen, al zo druk is vraag ik me af hoe dat in het hoogseizoen zal zijn. Het meer is overigens prachtig om te zien. Vanaf het meer zijn er wandelpaden en een daarvan leidt naar Fairview Lookout, een punt waar je een mooi uitzicht over het meer hebt. Heel markant is het 550 kamers tellende Chateau Lake Louise. Evenals het Banff Springs Hotel is dit hotel gebouwd door de Canadian Pacific Railway ten behoeve van de rijke klanten. Het wandelpad was overigens aanmerkelijk minder druk dan direct aan het meer. Hierna verder richting ons einddoel. We stoppen nog bij een uitzicht punt “Spiral Tunnels”. Dit zijn heel indrukwekkende staaltjes van spoorwegtechniek. Treinen rijden in een spiraal door tunnels in de bergen. En omdat die treinen hier zo ontzettend lang zijn zie je de treinen over zichzelf omhoog of omlaaggaan. Heel bijzonder. Bovendien hadden we het geluk dat er net een trein zich door tunnel omlaag werkte.
Hierna door naar Kicking Horse Campground, waar we een plek hebben gereserveerd. Er zijn hier geen voorzieningen in de vorm van water of elektra, dus zijn we op de voorzieningen van de camper aangewezen. Nog even een korte wandeltocht vanaf de camping gemaakt, kwamen uit bij het spoor waar net weer een trein aankwam. Hierna terug naar de camper, op naar een koude nacht…

Donderdag, 26 september
Icefields Parkway, deel 1

 Na wederom een koude nacht, met veel regen, verlaten we Kicking Horse Campground. We rijden een klein stukje naar een uitzichtpunt “Upper Spiral Tunnels”. Ook dit is een plek waar je een trein zichzelf kan zien kruisen, maar nu veel hoger. Echt heel indrukwekkend. Jammer dat het zo nevelig was waardoor je de trein niet zo goed kon zien.
Hierna pakken we Highway weer op om bij Lake Louise af te slaan naar Highway 93. En dit is dan het begin van de Icefields Parkway, naar men zegt een van de mooiste wegen in Canada. En ik denk dat dat niet overdreven is. Na iedere bocht ontvouwt zich een nieuw panorama, het een nog mooier dan het andere. Er zijn veel plekken om langs de weg te stoppen om te kijken en foto’s te maken. De gele “Chinezenbussen” hebben dat ook ontdekt waardoor je op veel plekken niet ontkomt aan de hordes die die bussen uitbraken. Allemaal selfies of opnames van reisgenoten die in de meest idiote houdingen poseren. Het valt dan ook niet altijd mee om foto’s zonder Chinezen te maken…
We rijden langzaam maar zeker omhoog naar Bow Lake en zien dat de bomen besneeuwd zijn. Een prachtig gezicht, maar geeft tegelijkertijd aan hoe koud het is. Bij Bow Lake houden we pauze om koffie te drinken (dit keer heel behoorlijk van kwaliteit), rond te kijken en foto’s te maken. Het meer en de omliggende bergen zijn prachtig, vooral door de wisselende lichtinval.
We stoppen nog bij Mistaya Canyon, een indrukwekkende kloof, waar het water van de Mistaya River met grote kracht doorheen gutst. Je kunt er heel goed zien hoe het water in de loop van de tijd deze kloof heeft uitgesleten. Tenslotte rijden we naar onze eindbestemming voor vandaag, Rampart Creek Campground. Dit is een camping (zonder water en elektra) waar je jezelf moet registreren door eerst een plek te zoeken, daarna je gegevens op een envelop te schrijven om daar vervolgens het verschuldigde bedrag in te doen en deze daarna in een daarvoor bestemde bus te doen. Wij waren er als eerste en konden zodoende al snel een mooi plaatsje bezetten. Het is een mooie camping midden in de natuur. Overigens belooft de weersverwachting niet veel goeds: een koude nacht (0?) en er wordt sneeuw verwacht. We zullen zien…
We trekken ons terug in de camper, zetten de kachel aan en laten het verder maar gebeuren.